Schuldenwijzer is een platform dat mensen met schulden een eenvoudig, beveiligd en online inzicht geeft van de eigen schulden en daarbij horende informatie.
Juridisch nieuws
Antwoorden van minister Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen), mede namens de minister van Financiën.
Bij BKWI en IB worden steeds meer opdrachten neergelegd, ook buiten het SUWI-domein, bijvoorbeeld in het schuldendomein, in de keten voor derdenbeslag en (in het geval van IB) Wmo, Jeugdwet en het onderwijsveld. Dit heeft impact op de governance. De SUWI-governance (m.n. het ketenoverleg) is niet ingericht op het aansturen van taken in meerdere domeinen, al was het maar omdat de partijen in het Ketenoverleg niet verantwoordelijk zijn voor deze nieuwe taken. Het naast elkaar bestaan van verschillende modellen roept echter de vraag op waar en op welke wijze regie wordt gevoerd en overstijgende keuzes over prioritering en portfolio worden gemaakt. (p. 32)
Het UWV voert een groot aantal trajecten uit voor veranderende wet- en regelgeving op gebied van sociale zekerheid. Door wet- en regelgeving trajecten te koppelen aan technologische vernieuwing (waar mogelijk) tracht het UWV zowel het ICT-landschap te moderniseren als het vereenvoudigen van toekomstige veranderingen te borgen. De trajecten vanuit het vorige regeerakkoord zijn grotendeels afgerond eind 2022. De projecten Inkomstenverhouding en Stroomlijnen Keten Derdenbeslag lopen door in 2023 en verder (p. 7 van het verslag).
Dit amendement beoogt de schuldenaar, natuurlijk persoon, na
beëindiging van het faillissement een schone lei te bieden.
Informatie over de invordering en incasso van ten onrechte of een te hoog verstrekte en het opleggen van bestuurlijke boete of een waarschuwing vindt u op pagina 12 van het verslag.
Met dit besluit wordt per 1 januari 2023 de wettelijke rente als bedoeld in artikel 119 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek aangepast van 2% naar 4%,
De minister van EZK licht de Kamer in over de voortgang van de Datavisie Handelsregister. Eén van de beoogde aanpassingen betreft de registratiemogelijkheden voor eenmanszaken, in die zin dat eenmanszaken kunnen kiezen voor afscherming van het fysieke vestigingsadres van de onderneming. Daarvoor geldt als vereiste dat de ondernemer een openbaar postadres heeft laten registreren in het HR. De registratie verloopt dan op overeenkomstige wijze als bij een krachtens art 51 Hrb afgeschermd bezoekadres. Hiervoor is een wijziging van het Hrb noodzakelijk. Het streven van de minister is erop gericht het voorstel voor deze wijziging voor de zomer van 2023 in te dienen bij de Raad van State.
In het vijfde lid van artikel 475da Rv wordt «Indien de beslagvrije voet gelijk is aan het voor de desbetreffende leefsituatie in het eerste lid opgenomen bedrag en de geëxecuteerde woonkosten heeft» vervangen door «Indien de geëxecuteerde woonkosten heeft» en wordt «doch ten hoogste zes maanden» vervangen door «doch ten hoogste gedurende een bij ministeriële regeling van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te bepalen termijn» en wordt «de niet beslagen inkomsten» vervangen door «de niet onder beslag liggende inkomsten». De wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit kan worden bepaald
dat de regeling met betrekking tot 475da terugwerkt tot en met 1 januari 2022. Zie meer uitgebreid artikel XXII en XXVI van de Verzamelwet.
Om sneller aan de Woo te kunnen voldoen is het van belang dat het huidige ontwerp fundamenteel wordt herzien en doorontwikkeling direct wordt gestopt. Het BIT adviseert te kiezen voor een nieuwe oplossingsrichting waarmee de wet
sneller kan worden ondersteund en die indien nodig verder wordt ontwikkeld:
1. Start met een minimale oplossing op basis van een herzien ontwerp.
2. Bepaal parallel hieraan wat het centrale platform moet worden.
3. Zet de ingezette verbetering in de sturing door.
4. Verbeter de ontwikkelaanpak.
De BRP is een basisregistratie en overheidsinstanties zijn verplicht informatie hieruit te gebruiken. Dat betekent dat er hoge verwachtingen aan kwaliteit en betrouwbaarheid gelden. Voor de BRP is de norm dat gegevens voor 99% administratief correct zijn1. Deze norm wordt niet behaald voor het adresgegeven. In 2021 was de kwaliteit van het adresgegeven op persoonsniveau 97,4% en op adresniveau 95,2%2. De vraag is of een kwaliteitsniveau van 99% voor het adresgegeven wel realistisch is. Daarom is onderzoek verricht naar de maximaal haalbare kwaliteit. De onderzoekers concluderen dat een reële kwaliteitsnorm op 98% ligt vanwege de hoge mutatiesnelheid van het adresgegeven.