Schuldenwijzer is een platform dat mensen met schulden een eenvoudig, beveiligd en online inzicht geeft van de eigen schulden en daarbij horende informatie.
Juridisch nieuws
Huurrecht. Prejudiciële vragen Rb. Noord-Holland (ECLI:NL:RBNHO:2024:10288). Invulling ‘belang van het kind’ uit art. 3 lid 1 IVRK bij ontruimingszaken van huurwoningen waar minderjarige kinderen bij betrokken zijn: vragen over toetsing, onderzoek, beslissing en motivering.
Kort geding. Executiegeschil. Schorsen tenuitvoerlegging vonnis. Verkapt appel. Vorderingen in conventie en in reconventie afgewezen.
Kort geding. Opheffing beslag wegens onnodig gelegd beslag. Er is vervangende zekerheid geboden maar daar is de beslaglegger niet mee akkoord gegaan. Het belang van de beslagene weegt zwaarder dan het belang van de beslaglegger.
Kort geding. Afwijzing vordering in conventie tot opheffing beslag. Eiseressen in conventie hebben niet summierlijk van de ondeugdelijkheid van het recht van de gedaagde in conventie (als beslaglegger) doen blijken. Afwijzing vordering in reconventie tot afgifte stukken. Het ontbreekt eiseres in reconventie aan spoedeisend belang om te beschikken over de gevorderde stukken.
Gevolgen niet nakomen afdrachtverplichting door derdebeslagene.
KG, derdenverklaring na conservatoir beslag niet volledig, de voorzieningenrechter gebiedt gedaagde om, op straffe van een dwangsom, een ondubbelzinnige, volledige en naar waarheid afgelegde derdenverklaring af te leggen, die voldoet aan de vereisten van artikel 476a Rv en artikel 476b Rv.
De rechtbank wijst de vorderingen af. Eiser is veroordeeld tot betaling van een bedrag, maar volgens haar moet de vordering toch (deels) worden afgewezen, omdat gedaagde geen melding heeft gemaakt van het haar aangeboden onderhandse akkoord. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan het feit dat gedaagde in haar dagvaarding geen melding heeft gemaakt van het haar aangeboden akkoord de door eiser gewenste consequentie te verbinden.
Vonnis. Nietige dagvaarding. Verwijzing naar rolzitting, met bevel om die roldatum aan te zeggen aan gedaagde en het gebrek in de dagvaarding te herstellen.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een een voorwaardelijke gevangenisstraf van 10 maanden, een taakstraf van 120 uren en ontzet verdachte voor de duur van 3 jaren uit het recht op de uitoefening van het beroep als bestuurder van een rechtspersoon.De verdachte is schuldig bevonden aan opzettelijke belastingfraude, meermalen gepleegd, leidinggeven aan het medeplegen van opzettelijke belastingfraude, meermalen gepleegd en verduistering, meermalen gepleegd.