Schuldenwijzer is een platform dat mensen met schulden een eenvoudig, beveiligd en online inzicht geeft van de eigen schulden en daarbij horende informatie.
Juridisch nieuws
Artikel 6 EVRM, artikel 143 Rv, artikelen 6:248 lid 2 en 265 BW, artikel 3:53 BW. Koop/verkoop van restaurant. Bij verstek veroordeelde partij was niet door betekening in persoon op de hoogte van inleidende dagvaarding, verstekvonnis, derdenbeslag en executie daarvan. Onverkorte toepassing van de verzet-termijn moet dan achterwege blijven, als die tot een resultaat leidt dat niet wordt voldaan aan de eisen van een eerlijk proces als bedoeld in artikel 6 EVRM. Dit geldt in het bijzonder in een situatie waarin een bij verstek veroordeelde pas in het stadium van tenuitvoerlegging met het veroordelend vonnis bekend raakt en hij, nadat hij bekend is geworden met het verstekvonnis, binnen vier weken verzet heeft ingesteld.
Koper doet beroep op ontbinding en vernietiging omdat de verhuurder van de bedrijfsruimte niet heeft ingestemd met indeplaatsstelling. Het beroep van koper op ontbinding van het overnamecontract op grond van de gestelde tekortkoming van verkoper slaagt niet, omdat partijen dit in het overnamecontract hebben uitgesloten. Het beroep van koper op vernietiging van het overnamecontract slaagt wel, omdat verkoper uitdrukkelijk heeft gemeld dat de verhuurder te kennen had gegeven akkoord te zijn met koper als huurder. Verkoper heeft die mededeling niet betwist en heeft niet betwist dat deze niet juist was. Op grond van deze mededeling mocht koper erop vertrouwen dat de verhuur aan hem niet op bezwaren van de verhuurder zou stuiten. Het hof laat koper toe bewijzen dat hij € 62.210 contant aan verkoper heeft betaald als (aanvullende) koopsom en als vergoeding van huurkosten. Zie eindarrest hof Arnhem-Leeuwarden van 9 december 2025, ECLI:NL:GHARL:2025:7889.
Executiegeschil (kort geding) na inbeslagname en verkoop auto door Ontvanger Belastingdienst. Ontvankelijkheid eiser, nu vordering niet is ingesteld tegen de Ontvanger, maar 'de Belastingdienst'. Vorderingen afgewezen omdat executie al is voltooid.
Gedaagde betwist alleen wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd te zijn. Eiser heeft echter meerdere aanmaningen verzonden naar het e-mailadres dat gedaagde zelf aan eiser heeft doorgegeven. Bovendien heeft gedaagde in zijn online portaal aangegeven dat hij een voorkeur heeft voor digitale correspondentie. Hij moet de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten daarom ook betalen.
Achterstallige premies ziektekosten verzekeraar. Buitengerechtelijke kosten worden afgewezen omdat deze worden gevorderd terwijl er nog een betalingsregeling liep. De proceskosten worden gecompenseerd, gedaagde betaalt 6 jaar lang een maandelijks bedrag en mist daarna 1 termijn waarop gelijk de dagvaarding volgt.
Eiser heeft bij akte betaalspecificaties overgelegd waaruit de door gedaagde vastgestelde beslagvrije voet blijkt. Rekening houdend met de juiste beslagvrije voet heeft gedaagde teveel ingehouden. De vordering tot terugbetaling van dit bedrag is toewijsbaar.
Gedaagde is gedagvaard wegens een huurachterstand van € 7.908,26 en vordert ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de gehuurde woning. Gedaagde erkent de achterstand, maar wijst op problemen met zijn oud-bewindvoerder en een zorginstelling en zijn daardoor ontstane financiële situatie. De kantonrechter oordeelt dat de huurachterstand van 12 maanden ernstig genoeg is voor ontbinding en ontruiming. Gedaagde wordt verplicht de woning binnen 14 dagen te ontruimen en de achterstallige huur te betalen. Daarnaast moet gedaagde buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten betalen.
Afwijzing opheffing conservatoir beslag art. 705 Rv. Herbegroting vordering. Erkenning en tenuitvoerlegging Amerikaanse beslissing. Art. 431 Rv.
Verjaring. Hypotheekrecht. Procesrecht. Verjaring restschuld lening na uitwinning hypothecair verbonden goed. Stuit de maandelijkse inning van afdracht krachtens loonbeslag de verjaring van de restschuld als een daad van rechtsvervolging in de zin van art. 3:316 lid 1 BW? Is art. 3:323 lid 3 BW van toepassing op restschuld? In hoger beroep prijsgegeven stelling.
Eiseres heeft vorderingen jegens gedaagde n.a.v. verzetdagvaarding ingetrokken. Eiseres wordt in de proceskosten van gedaagde veroordeeld. De kantonrechter ziet geen aanleiding om eiseres in de werkelijke proceskosten van gedaagde te veroordelen. Het feit dat eiseres na ontvangst van de verzetdagvaarding om pragmatische en bewijstechnische redenen haar vorderingen jegens gedaagde heeft ingetrokken, maakt nog niet dat het starten van de procedure door eiseres onrechtmatig is geweest of misbruik van procesrecht oplevert. Eiseres heeft onbetwist gesteld dat gedaagde eigenaar was van de woning, welke woning was aangesloten op het waternetwerk van eiseres. Daarbij erkent gedaagde dat hij geen overeenkomst met eiseres heeft gesloten voor de levering van water. Eiseres heeft derhalve alleen al ten aanzien van het afsluiten van de watertoevoer terecht gedaagde als (toenmalig) eigenaar van de woning aangesproken.
De deurwaarder heeft conservatoir beslag gelegd en roerende zaken in bewaring genomen. Tussen twee partijen is een geschil ontstaan wie eigenaar is van deze goederen. De deurwaarder vraagt het gerecht op grond van artikel 860 Rv BES aan wie hij de goederen moet afgeven. Het gerecht concludeert dat de goederen moeten worden afgegeven aan de curator van een failliete onderneming.