Juridisch nieuws

Betaling factuur Belgische gerechtsdeurwaarder. Vordering toegewezen omdat eisende partij opdracht heeft gegeven tot het laten leggen van het beslag.

Kort geding. Opheffing beslag. Toewijzing. Beslag is vexatoir. Gedaagde heeft in de bodemprocedure nagelaten om het griffierecht te betalen, waarna aan gedaagde ontslag van instantie is verleend. Gedaagde heeft geen financiële middelen om haar vordering opnieuw in te stellen, zodat binnen afzienbare termijn geen toe-of afwijzing van de eis in de hoofdzaak valt te verwachten.

Verkoop van in beslag genomen aandelen ex artikel 474g Rv. De regeling van artikel 474h dient voor te gaan op de statutaire bepaling.

Kort geding. Heeft gerechtsdeurwaarder ten onrechte schulden op naam van eiser bij de Sociale Banken Nederland ingediend.?Vordering tot voorschot op schadevergoeding. Eiser heeft samenwerkingsverband gedagvaard waarbij de deurwaarder is aangesloten en niet de gerechtsdeurwaarder zelf. Onvoldoende onderbouwd dat sprake is van niet-bestaande vorderingen. Als dit wel het geval is, dan is het de vraag of eiser gedaagde hiervoor kan aanspreken in plaats van de opdrachtgevers van gedaagde. Bij deze stand van zaken is het onvoldoende aannemelijk dat de vordering in een bodemprocedure zal worden toegewezen.

Wet IB 2001. Belastingplicht natuurlijke persoon. Mens van vlees en bloed. Belanghebbende drijft een onderneming en heeft een belastingconsultent aangifte IB 2020 laten doen. De aanslag IB 2020 wordt conform de aangifte opgelegd. Belanghebbende komt in beroep en stelt dat hij niet valt onder het begrip natuurlijk persoon. Ook vraagt hij zich af of de inspecteur bevoegd is om een aanslag op te leggen. Hij wil dat de rechtbank de belastingdienst opdraagt antwoord te geven op zijn diverse vragen, onder meer wat de Staat voor een soort entiteit is en hoe het kan dat hij zonder overeenkomst of lidmaatschap belastingplichtig is. Tegen de hoogte van de aanslag richt belanghebbende geen beroepsgronden. De rechtbank oordeelt dat belanghebbende wel degelijk onder het begrip natuurlijk persoon valt en dus belastingplichtig is. Zij verklaart het beroep ongegrond.

Kort geding, ambtshalve toetsing oneerlijke bedingen huurovereenkomst, beding inhoudende dat verhuurder kadidaat-huurder zonder opgave van reden kan weigeren wordt voorshands als oneerlijk aangemerkt wegens aanzienlijke verstoring evenwicht tussen huurders en verhuurders.

Verzoek om beslagvrije voet te verhogen wordt afgewezen. Niet beoordeeld kan worden of de huidige beslagvrije voet juist is berekend. Aan de hardheidsclausule wordt niet toegekomen.

Huurzaak, renovatieproject woningstichting. Geschil plaatsing HR-ketel.

Kort geding. Executiegeschil. Artikel 3:13 BW. Verbod executieveiling.

Ontbinding en ontruiming. Ambtshalve toetsing huurprijsbeding, rentebeding en incassobeding.