En nu?
Nu loopt een nieuwe kandidaat-gerechtsdeurwaarder het kantoor binnen met drie schermen open, een digitale akte klaar in het systeem, en een WhatsApp-groep met collega’s om even snel te sparren. Waar wij destijds “gewoon deden wat moest”, willen zij weten waarom iets zo gaat en of het ook slimmer kan.
Geen kloof, maar verschuiving
Soms wordt dat verschil uitgelegd als een generatiekloof. Maar ik zie vooral een verschuiving in ons vak: van procedure-gedreven naar context-gedreven werken. De jongere collega wil weten hoe een ambtshandeling bijdraagt aan het grotere geheel: de rechtshandhaving, het maatschappelijk effect, het voorkomen van onnodige kosten.
Dat is niet lastig of eigenwijs. Dat is precies de vraag die wij als beroepsgroep moeten blijven stellen.
Opgroeien in een andere werkelijkheid
Nieuwe collega’s zijn grootgebracht in een wereld waar informatie overal beschikbaar is, waar transparantie vanzelfsprekend is, en waar samenwerking vaak digitaal begint. Ze zijn gewend dat systemen aansluiten, dat data realtime beschikbaar is, en dat werkprocessen flexibel zijn.
Zet dat af tegen onze realiteit van regels en protocollen en je snapt waarom er vragen komen.
Wat we van elkaar kunnen leren
In plaats van de verschillen te benadrukken, kunnen we er beter gebruik van maken:
• Van ervaring naar context: de ervaren collega weet waar de valkuilen zitten.
• Van frisse blik naar innovatie: de nieuwe collega ziet sneller wat onnodig ingewikkeld is.
• Van beide naar betere dienstverlening: voor leden, ketenpartners en burgers.
Samen vooruit
Ons vak verandert. Niet omdat het moet, maar omdat we kansen zien. De kracht zit in het verbinden van ervaring en vernieuwing, van kennis en frisse blik. Als we die samenbrengen, blijft rechtshandhaving stevig verankerd en menselijk. Zo bouwen we niet aan ‘hun’ of ‘ons’ vak, maar aan één gezamenlijke toekomst. Een toekomst waar we als beroepsgroep trots op kunnen zijn en die de samenleving kan vertrouwen.