Schuldenwijzer is een platform dat mensen met schulden een eenvoudig, beveiligd en online inzicht geeft van de eigen schulden en daarbij horende informatie.
Juridisch nieuws
Klacht tegen gerechtsdeurwaarders. Hoger beroep tegen ongegrond verklaard verzet. Artikel 39 lid 4 Gerechtsdeurwaarderswet. Geen doorbreking rechtsmiddelenverbod. Hoger beroep afgewezen.
Klacht tegen een toegevoegd gerechtsdeurwaarder. Alimentatievordering. Beslag op onroerende zaak zonder voorafgaand overleg met klaagster. Artikelen 434 en 435 Rv en artikel 3:276 BW. Klacht ongegrond.
Bonaire. Art. 15 Deurwaarderswet BES; artt. 444 en 730 e.v. Rv. Klacht tegen deurwaarder. Bij leggen conservatoir beslag tot afgifte van in het beslagverlof vaag omschreven zaken, niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.
Klacht ongegrond. De gerechtsdeurwaarder wordt verweten klager en zijn echtgenote te tergen met het bewust laten oplopen van de kosten door het leggen van bankbeslagen op zowel de rekening van klager als die van zijn echtgenote. Ingevolge het huwelijksgoederenregister heeft de gerechtsdeurwaarder niet tuchtrechtelijk laakbaar gehandeld door beslag te leggen op het inkomen van klager en de bankrekening van de echtgenote. Gesteld noch gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder buiten de beperkingen van de Wet Incassokosten en het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarder is getreden. Van het feit dat de kosten zijn opgelopen, kan de gerechtsdeurwaarder geen verwijt worden gemaakt.
Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: waarschuwing. De gerechtsdeurwaarder heeft niet binnen een redelijke termijn geantwoord op correspondentie van klager.
Klacht gegrond. Maatregel: berisping. De gerechtsdeurwaarder heeft ten onrechte bevel gedaan van een bedrag van € 3.100,-. Aan de opgelegde maatregel ligt ten grondslag dat het opstellen en uitbrengen van exploten tot de kerntaken van de gerechtsdeurwaarder behoort. Deze bevoegdheid is exclusief toevertrouwd aan de gerechtsdeurwaarder en verlangt om die reden een hoge mate van zorgvuldigheid. Dat geldt bovenal bij de beoordeling van een executoriale titel en de vaststelling voor welke bedragen bevel kan worden gedaan. Dat een vergissing gemaakt wordt is weliswaar niet uit te sluiten, maar als klager daar gemotiveerd op wijst mag het niet zo zijn dat pas na een maand inhoudelijk wordt gereageerd. Te meer omdat de constatering van klager ziet op een wezenlijk afwijking in het door de gerechtsdeurwaarder gedane bevel en de daaraan ten grondslag liggende titel.
Beslissing op verzet. Verzet ongegrond. Klaagster beklaagt zich er – onder meer – over dat de gerechtsdeurwaarder ondanks de toezegging de inboedel en alle huisraad niet heeft opgeslagen. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.
Beslissing op verzet. Klagers beklagen zich er – onder meer – over dat de gerechtsdeurwaarder bij de berekening van de beslagvrije voet ongemotiveerd het fiscaal inkomen van klager heeft betrokken. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en het verzet dient dan ook ongegrond te worden verklaard.
Beslissing op verzet gegrond. Klacht gedeeltelijk gegrond. Maatregel: berisping. De kamer stelt vast dat zich onzorgvuldigheden hebben voorgedaan die enkel en alleen naar voren zijn gekomen dankzij een volhardende houding van klager. Dat de rentestop is komen te vervallen (en het vorderen van lopende rente dus is hervat) als gevolg van de overgang naar de nieuwe dossierapplicatie is slordig, aangezien een rentestop een specifiek doel vervult in specifieke gevallen. Dat klager de gerechtsdeurwaarders daar meermaals op heeft moeten wijzen is tot daar aan toe. Maar als de gerechtsdeurwaarders de fout inzien en vervolgens met een onjuiste boekingscode het opgelopen (rente)bedrag boeken op de executiekosten waardoor datzelfde bedrag weer ten laste van klager in het dossiersaldo wordt geboekt, slaat slordigheid naar het oordeel van de kamer om in onzorgvuldigheid. Hiermee is dan ook sprake van een tuchtrechtelijk laakbaar handelen.
Klager beklaagt zich erover dat de gerechtsdeurwaarder de vordering niet heeft geverifieerd en niet heeft gereageerd op zijn brieven. De klacht is gedeeltelijke gegrond vanwege de manier van corresponderen met klager. De klacht is voor het overige ongegrond. De gerechtsdeurwaarder wordt de maatregel van waarschuwing opgelegd.