Schuldenwijzer is een platform dat mensen met schulden een eenvoudig, beveiligd en online inzicht geeft van de eigen schulden en daarbij horende informatie.
Juridisch nieuws
Toestemming tot het leggen van conservatoir derdenbeslag (loonbeslag).
Geneeskundige behandeling. Gedaagde erkent de behandeling te hebben ondergaan en betwist de hoofdsom en rente niet. Hij maakt bezwaar tegen de gemaakte buitengerechtelijke kosten en proceskosten, nu eiseres geen kosten meer had mogen maken toen zij ermee bekend werd dat gedaagde schuldhulpverlening had aangevraagd. Een schuldenregeling is nimmer tot stand gekomen en eiseres heeft gedaagde na de opheffing van zijn bewind nog regelmatig buitengerechtelijk aangeschreven. Gedaagde heeft daarop niet betaald. Eiseres is dan ook terecht tot dagvaarden overgegaan.
Beschermingsbewind. Aansprakelijkstelling vorige beewindvoerder. Schade bij de betrokkene, oude schuld bij Essent niet aangemeld bij opvolgend bewindvoerder; deze schuld kan bij et minnelijk traject niet worden meegenomen.
Kort geding. Kop-staart vonnis. Opheffing beslag. Gedeeltelijke toewijzing. Belangenafweging.
Executie van Duits vonnis in Nederland. Geschil over hoogte vordering. Onvoldoende gesteld voor (dreigende) onverschuldigde betaling.
kort geding, voorwaardelijke ontruiming, huurachterstand drie maanden, maar de lopende huur wordt voldaan, minderjarige kinderen.
Gedaagde stelt factuur en betalingsherinneringen niet te hebben ontvangen. Erkent verschuldigdheid hoofdsom en heeft die ook betaald, maar betwist verschuldigdheid incasso- en proceskosten. Incasso- en proceskosten toch verschuldigd, omdat betalingsverplichting bij deurwaardersexploot is aangezegd, daarna kopie factuur is verzonden en gedaagde vervolgens niet binnen de daarbij gestelde termijn(en) heeft betaald.
Verstekzaak. Ontbinding en ontruiming wegens huurachterstand sociale huurwoning. Bik- en rentebeding vermoedelijk oneerlijk. Proceskostenbeding ook oneerlijk maar geen rechtsgevolgen.
Tussenvonnis. Geschil tussen (ex)bestuurders over overboeking van gelden van een vennootschap in Bahrein in 2013 aan derden. Het civiele vonnis in Bahrein leent zich niet voor erkenning in Nederland (quasi exequatur) conform de richtlijnen van de Hoge Raad. De (materiële) beslissing is niet toewijsbaar c.q. kan niet d.m.v. een Nederlands vonnis ten uitvoer worden gelegd. Het geschil zal in Nederland opnieuw moeten worden behandeld en afgedaan. Eiseres zal daartoe t.z.t. in de gelegenheid worden gesteld, indien en voor zover door de rechtbank is vastgesteld dat zij nog (in voldoende mate) bestaat om haar vordering geldend te maken.