Zoeken in KBvG.nl

kbvg-emblem
Inloggen
kbvg-emblem
Heeft u schulden? Ga naar
18 mei 2022
ECLI:NL:RBOVE:2022:1415

Eiseres vordert opheffing conservatoir derdenbeslag onder A. op de vordering van 1.960.000,00 euro van eiseres op A. Vordering toegewezen. Misbruik van recht, verkapt eigenbeslag.

BRONde Rechtspraak.nl
18 mei 2022
ECLI:NL:RBOVE:2022:1414

Executiegeschil. Eiser vordert onder meer opheffing danwel schorsing van het door gedaagde gelegde beslag en van de door gedaagde genomen executiemaatregelen. Doordat gedaagde niet in persoon of bij advocaat op de dienende dag in het geding is verschenen, laat de voorzieningenrechter het door gedaagde ingediende processtuk buiten beschouwing en verleent zij verstek. De vorderingen van eiser komen de voorzieningenrechter ongegrond voor en de voorzieningenrechter wijst de vorderingen van eiser dan ook af. De voorzieningenrechter is van oordeel dat gedaagde geen misbruik van haar bevoegdheid maakt door over te gaan tot tenuitvoerlegging van het tussen partijen gewezen arrest van het hof. Nu het processtuk van gedaagde buiten beschouwing wordt gelaten en verstek is verleend, is er geen aanleiding om eiser in de proceskosten van gedaagde te veroordelen.

BRONde Rechtspraak.nl
18 mei 2022
ECLI:NL:GHARL:2022:3720

Conservatoir beslag op woonhuis, door vennootschap gelegd onder de oprichter en voormalig bestuurder, terecht door voorzieningenrechter opgeheven.

BRONde Rechtspraak.nl
11 mei 2022
ECLI:NL:GHARL:2022:3458

Schuldeisersverzuim. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft ten laste van MDK onder Xena en geïntimeerde strafvorderlijk beslag gelegd op grond van artikel 94a Sv, zodat Xena de hoofdsom en rente niet bevrijdend aan MDK kon terugbetalen. Het hof stelt voorop dat in de verhouding tussen MDK en Xena c.s. het voor rekening en risico van MDK komt dat het OM strafvorderlijk beslag onder Xena en geïntimeerde ten laste van MDK heeft gelegd. De argumenten van MDK dat Xena c.s. meer had moeten doen om opheffing van het beslag te bewerkstelligen of eerder aan het OM had moeten betalen, gaan daarom volgens het Hof niet op. 

BRONde Rechtspraak.nl
11 mei 2022
ECLI:NL:GHARL:2022:3530

Bestuurdersaansprakelijkheid. Selectieve betaling. Deze zaak betreft een geschil over het onbetaald laten van een vordering van FLT op appellante B.V. FLT vindt dat appellanten van dit onbetaald laten, persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Het hof is dat met FLT eens en zal dit na een bespreking van de feiten en de beslissing van de rechtbank toelichten.

BRONde Rechtspraak.nl
11 mei 2022
ECLI:NL:GHAMS:2021:2063

Het hof stelt voorop dat om te kunnen concluderen dat van een tot schorsing van de executie nopende kennelijke misslag sprake is, ten minste is vereist dat dit klaarblijkelijk het geval is; dat wil zeggen dat reeds op het eerste gezicht, dus zonder relevant nader feitelijk of juridisch onderzoek, zonder meer duidelijk is dat een feitelijk of juridisch oordeel in een bepaalde rechtsoverweging of in het dictum onjuist is. Daarvan is volgens het Hof in het onderhavige geval echter geen sprake; reeds omdat de stellingen van appellant in dit verband (slechts) een herhaling vormen van zijn stellingen in de procedure leidend tot het vonnis van 31 januari 2020 en het hof dit vonnis bij arrest van heden (zaaknummer: 200.276.781/01) heeft bekrachtigd.

BRONde Rechtspraak.nl
11 mei 2022
ECLI:NL:RBAMS:2022:2144

Deze zaak is een uitvloeisel van een geschil tussen (thans wijlen) eiser en Carigna Investments N.V. (hierna: Carigna). Carigna is veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan eiser. Eiser heeft geprobeerd de uitspraak waarbij Carigna is veroordeeld op vermogensbestanddelen van Carigna te executeren. Dit is hem niet gelukt. In deze procedure moet de vraag worden beantwoord of eiser (thans wijlen) de gedaagden kan aanspreken tot vergoeding van door hem gestelde schade, als gevolg van het uitblijven van betaling door Carigna. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend.

BRONde Rechtspraak.nl
11 mei 2022
ECLI:NL:GHARL:2022:3474

Niet-ontvankelijkheid, hoger beroep instellen binnen veertien dagen na betekening of bekendraken met uitspraak, veroordeling bij verstek, vonnis op tegenspraak (art. 140 lid 3 Rv), toerekening kennis van UBO met uitsluitende zeggenschap aan rechtspersoon. Het is aan Zaphira om voldoende gemotiveerd te stellen dat zij op een bepaald moment bekend is geworden (door betekening of op een andere wijze) met het vonnis. Het hof stelt vast dat Zaphira niet concreet heeft gesteld op welke datum zij bekend werd met het vonnis van 22 januari 2020. Zaphira stelt uitsluitend dat zij niet méér dan veertien dagen voor 10 december 2020 heeft kennisgenomen van de inhoud van het bestreden vonnis, dat zij daarom binnen een redelijke termijn hoger beroep heeft ingesteld en dat zij daarom kan worden ontvangen in hoger beroep. Maar voor het Hof blijft het onduidelijk wanneer en hoe Zaphira zelf precies bekend is geworden met de inhoud van het vonnis. Het had op de weg van Zaphira gelegen om daarover duidelijkheid te verschaffen. Het hof kan bij deze stand van zaken niet vaststellen dat Zaphira met het uitbrengen van de dagvaarding in hoger beroep van 10 december 2020 tijdig in hoger beroep is gekomen.

BRONde Rechtspraak.nl
11 mei 2022
ECLI:NL:RBZWB:2022:2398

Verzoekster niet-ontvankelijk in echtscheidingsverzoek; niet tijdige betekening verzoek aan de andere echtgenoot (art. 816 lid 1 Rv.). Artikelen 120 en 121 Rv. lenen zich niet voor overeenkomstige toepassing als, zoals hier, het exploot niet tijdig is uitgebracht. Geen aanleiding om te veronderstellen dat andere echtgenoot anderszins tijdig op de hoogte was van het echtscheidingsverzoek (vgl. HR 01-04-2022: ECLI:NL:HR 2022:481).

BRONde Rechtspraak.nl
11 mei 2022
ECLI:NL:GHARL:2022:3452

Erfrecht. Exploot dagvaarding in hoger beroep is nietig.

BRONde Rechtspraak.nl
schuldenwijzer
Heeft u schulden?

Schuldenwijzer is een platform dat mensen met schulden een eenvoudig, beveiligd en online inzicht geeft van de eigen schulden en daarbij horende informatie.

Inloggen