Juridisch nieuws

Vordering 843a Rv tegen schuldenaar en derde-beslagene. Rechtsbetrekking op basis van art. 476a/b Rv. Informatieplicht schuldenaar ex art. 475g Rv ziet ook op opgeven vermogensbestanddelen, maar strekt niet tot rekening en verantwoording (HR ZC0338).

Kort geding. Opheffing conservatoir beslag. Derde-beslagene is niet gehouden aan beslaglegger informatie te verstrekken over beslagmogelijkheden die geen betrekking hebben op rechtsverhouding die derde-beslagene met beslagdebiteur heeft, ook niet als derde-beslagene onderdeel is van een groep en op grond daarvan er wetenschap van heeft dat er bij een andere rechtspersoon binnen de groep een beslagobject beschikbaar is.

Kort geding. Tussen partijen is in geschil of de man een executoriale titel heeft voor het door hem ten laste van de vrouw onder de bank gelegde executoriale beslag. Omdat de man geen objectief bepaalbare vordering op de vrouw heeft, oordeelt de voorzieningenrechter dat de man ten onrechte executoriaal beslag ten laste van de vrouw gelegd. De voorzieningenrechter heft het beslag op.

Europees betalingsbevel. Heroverwegingsprocedure.

Mondelinge behandeling verzoek tenuitvoerlegging arbitraal vonnis o.g.v. art. 1075 Rv. Nieuwe mondelinge behandeling gelast omdat gerequestreerde niet is verschenen en oproeping niet voldoende tijdig is geschied.

Kort geding. Tijdens de mondelinge behandeling wordt door gedaagde een beroep gedaan op de niet-ontvankelijkheid van eiser omdat eiser de verkeerde partij gedagvaard heeft. Door in de preprocessuele fase eiser er niet op te wijzen dat de verkeerde partij gedagvaard is, handelt gedaagde in strijd met de goede procesorde. Volgt niet-ontvankelijkheid van eiser en een (op nihil begrote) proceskostenveroordeling te laste van gedaagde.

Incident. 843a Rv. Vordering tot het verstrekken van allerlei bescheiden afgewezen. Ten aanzien van bepaalde stukken moet het ervoor worden gehouden dat eiseres hierover al beschikt, dan wel dat die niet bestaan. Ten aanzien van de overige stukken ontbreekt het rechtmatig belang bij inzage in en afgifte daarvan, en bovendien kan redelijkerwijs worden aangenomen dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder verschaffing van de gevraagde gegevens is gewaarborgd.

Bewindvoerder vordert schorsing van executie door verhuurder van een tegen een ander dan de bewindvoerder gewezen vonnis. Verhuurder kan op basis van vonnis niet ontruimen. Bewindvoerder heeft geen belang bij schorsing, nu een tegen haar gerichte titel tot ontruiming ontbreekt.

KG executiegeschil. In de gegeven omstandigheden is het een woningbouwvereniging toegestaan een ontruimingsvonnis na vier jaar nog te executeren. Beroep op artikel 7:230 BW afgewezen.

Geen schending door eiseres van haar verplichtingen als bedoeld in art. 21 Rv en art. 111 Rv. Afwijzen vordering van eiseres in kort geding. Gedaagde, de hypotheekhouder, is ex artikel 3:268 BW bevoegd tot executieverkoop van de woning van eiseres.