Juridisch nieuws

Kort geding. Opheffing conservatoir derdenbeslagen. Spoedeisend belang wordt door artikel 705 lid 1 Rv niet vereist. In de kern gaat het om de vraag of een overeenkomst tot verkoop en levering door eisers aan gedaagden van de aandelen in een besloten vennootschap tot stand is gekomen. Deels sprake van summierlijk gebleken ondeugdelijkheid van het door gedaagden ingeroepen recht. Niet kan niet worden geoordeeld dat gedaagden (definitief) hebben geweigerd de bankgarantie van eisers te aanvaarden. Belangenafweging. Geen sprake van verzuim van op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen. Vordering deels toegewezen.

Kort geding, opheffing beslag, artikel 21 Rv. Beslag wordt opgeheven omdat beslaglegger in het beslagrekest de voorzieningenrechter niet volledig en juist heeft voorgelicht en aldus heeft gehandeld in strijd met de waarheidsplicht van artikel 21 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

KG Conservatoir beslag gelegd door Gazprombank ten laste van DTEK. Vordering tot opheffing beslag toegewezen. Gazprombank beschikt namelijk al over voldoende zekerheid, te weten een cash deposit gestort bij de rechtbank te Cyprus.

Kort geding huur, ontruiming, huurachterstand, contractuele boete, dwangsom, gedaagde niet ter zitting verschenen.

Verklaring voor recht dat zoon huurder ten tijde van eerdere kortgedingprocedure niet woonachtig was op het adres van het gehuurde. Geen sprake van vexatoir beslag. Vervolg op ECLI:NL:GHAMS:2020:2091.

Schadestaatprocedure. Vorderingen in conventie tot schadevergoeding, op grond van onrechtmatig beslag, afgewezen. Vorderingen in reconventie, tot opheffing van beslag en schadevergoeding als gevolg van onrechtmatig beslag, gedeeltelijk toegewezen. Buitengerechtelijke incassokosten. Proceskosten. Artikel 6:96 lid 3 BW. Geen sprake van ‘buitengewone omstandigheden’ voor toewijsbaarheid van de gevorderde volledige vergoeding van de proceskosten.

Vordering tot ontruiming in kort geding, in hoger beroep gericht tegen de rechthebbende in plaats van de bewindvoerder.

huurovereenkomst woning; betalingsachterstand; terme de grace

Gasvrije woning. Gedaagde heeft onrechtmatig gehandeld tegenover netbeheerder door geen afsluitkosten te betalen of (voor korte tijd) een contract met een gasleverancier te sluiten, totdat het afsluiten van de gasaansluiting gratis zou kunnen.

Eiseres heeft ontruiming door gedaagden van een woning gevorderd. De woning kon, vanwege de verbreding van een treinspoor en daarmee verband houdende aanpassingen, niet op die plek blijven staan. Gedaagden hebben het besluit waarmee de toen nog aan hen in eigendom toebehorende woning is aangewezen om te worden verwijderd tot in hoogste instantie bestuursrechtelijk aangevochten, maar geen gelijk gekregen. Eiseres heeft ondertussen een onteigeningsprocedure opgestart, waarmee zij uiteindelijk de eigendom van de woning heeft verkregen. Tussen partijen is vervolgens nog een tijdelijke gebruiksovereenkomst gesloten met daarin een uiterste datum waarop gedaagden uit de woning zouden vertrekken. De overeenkomst is geëindigd, maar gedaagden verblijven nog steeds (ondertussen zonder recht of titel) in de woning. De vordering tot ontruiming wordt toegewezen.