Wie een dienst afneemt of een product bestelt, heeft de plicht om te betalen. Dat is geen juridische formaliteit, maar de kern van wederkerigheid in onze samenleving. Het bedrag maakt daarin geen principieel verschil. Ook de (kleine) ondernemer met een webshop, de verlener of aanbieder van een dienst, maar ook de verzekeraar, moeten kunnen rekenen op betaling. Én op rechtsbescherming als die betaling uitblijft. Bovendien, wanbetaling leidt er in de regel simpelweg toe dat de andere afnemers van de dienst of een product daar simpelweg voor opdraaien. Die betalen het jaar daarop dan gewoon iets meer per maand.
De rol van de gerechtsdeurwaarder is de afgelopen jaren veranderd. We kijken niet alleen naar het dossier, maar ook naar de context. Als er signalen zijn van problematische schulden, dan beoordelen we of een gerechtelijke procedure gepast is. We hebben een maatschappelijke verantwoordelijkheid: wie tussen wal en schip dreigt te vallen, moeten we zoveel mogelijk de juiste kant op helpen.
Maar als er géén sprake is van problematische schulden, en het minnelijke traject zorgvuldig is doorlopen, dan is een gang naar de rechter gerechtvaardigd. Ook bij een lage vordering. Want als we die niet meer zouden innen, ontstaat er ruimte voor vrijblijvendheid. Wat doet dat met het betaalgedrag in Nederland? Waar ligt dan de grens? En wie bepaalt die?
Dat zo’n procedure kosten met zich meebrengt, is onvermijdelijk. Gerechtsdeurwaarders hanteren tarieven die zijn vastgelegd in het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Btag), gebaseerd op gedetailleerd kostprijsonderzoek. Die tarieven gelden voor iedere vordering, ongeacht het bedrag. Want de werkzaamheden – zoals controleren, dagvaarden of betekenen – zijn in elke zaak even zorgvuldig. Daarnaast zijn er proceskosten die door de rechtbank worden bepaald, zoals griffierechten. Ook die komen, als de rechter dat beslist, voor rekening van de verliezende partij.
De gerechtsdeurwaarder balanceert dagelijks tussen oog voor de mens en het uitvoeren van het recht. Dat vraagt maatwerk en gevoel voor verhoudingen. Maar ook helderheid. Want rechtsbescherming moet er voor iedereen zijn – ook als het om kleine bedragen gaat.