Schuldenwijzer is een platform dat mensen met schulden een eenvoudig, beveiligd en online inzicht geeft van de eigen schulden en daarbij horende informatie.
Juridisch nieuws
Kort geding. Executiegeschil. Openbare verkoop vordering. Is executoriaal beslag op een opeisbare vordering op de voet van art. 474bb Rv toegestaan? Voor vorderingen van de geëxecuteerde op een derde heeft de wetgever het derdenbeslag gecreëerd (art. 475 Rv), een route met diverse processuele waarborgen. Dat er dus geen specifieke regeling is voor het verhaal op vorderingen van geëxecuteerde op derden, is dan ook een onjuiste veronderstelling. Executoriaal beslag op grond van art. 474bb Rv is daarom in dit geval niet toegelaten. Staking executie.
Vordering in kort geding tot opheffing van conservatoir beslag op een bankrekening is toegewezen. Het beslag is niet onnodig en er is geen sprake van schending van artikel 21 Rv. Een belangenafweging noopt tot opheffing van het beslag; de effectieve toegang tot de rechter voor eisers weegt zwaarder dan de mate van zekerheid die gedaagden zullen hebben bij het verhaal van (een deel van) hun gestelde vordering.
Niet tijdig voldaan aan veroordeling in kort geding, dwangsommen verbeurd. Betekening van kortgedingvonnis aan partij in het buitenland door middel van betekening aan parket. Artikel 55 Rv en artikel 611a Rv . Moment van betekening. Als tijdstip van betekening in geval van betekening ogv art 55 Rv geldt de datum waarop het exploot is betekend aan het parket. Uitvoeringsvoorschriften Haags Betekeningsverdrag brengen geen verandering in moment van betekening.
Tussen partijen stond ter discussie of de gerechtelijke procedure voorkomen had kunnen worden en daarmee of de proceskosten al dan niet nodeloos zijn gemaakt. Gedaagde werd bij tussenvonnis in de gelegenheid gesteld om haar standpunt nader de onderbouwen. Vervolgens oordeelt de kantonrechter dat de proceskosten niet nodeloos zijn gemaakt. Uit de ingebrachte stukken volgt namelijk niet dat een gerechtelijke procedure voorkomen had kunnen worden.
De kantonrechter heeft geoordeeld, dat eiser niet ontvankelijk is in zijn verzet. Ook het beroep op artikel 6 EVRM is afgewezen. De op het laatste moment ingestelde reconventionele vordering waarin is betoogd dat er onrechtmatig is ontruimd en om die reden een woning ter beschikking zou moeten worden gesteld, is als zelfstandige vordering beoordeeld. Gelet op het feit dat het verstekvonnis onherroepelijk is, is ook deze vordering afgewezen.
Verstekzaak. Betaling huurachterstand sociale huurwoning Woonwaard. Ambtshalve toetsing Algemene Huurvoorwaarden februari 2020. Bik- en rentebeding vermoedelijk oneerlijk. Proceskostenbeding ook oneerlijk maar geen rechtsgevolgen.
Executiegeschil deels gegrond, wel enige maar niet alle dwangsommen verbeurd, misbruik van procesrecht.
Kort geding. Verzet tegen executie door derde. Geen dagvaarding aan geëxecuteerd, niet-ontvankelijk. Vanwege proces-economie ten overvloede een inhoudelijke beoordeling. Erkenning dat executant geen misbruik van recht maakt door Zweeds vonnis te executeren. Onvoldoende aanknopingspunten dat het een borgtochtovereenkomst in plaats van een geldlening betreft in die Zweedse zaak, terwijl onweersproken is dat Zweden geen bepaling als 1:88 BW kent. In Zweden bovendien nog geen dagvaarding uitgebracht. Geen noodsituatie. De vordering zou worden afgewezen.